Doorgaans wordt aangenomen dat elke periode tussen 3 en 60 minuten waardevol kan zijn. Soms kan in de drukte van de dag een paar minuten mediteren ons even laten stoppen en landen.

Voor veel mensen is het vermogen om te stoppen al een boeiende uitdaging. Stoppen doe je door je handelingen even te onderbreken. Het is als het ware even een stapje achteruit zetten. Landen doe je door je concentratie te richten op je lichaam en adem. De positie van het lichaam, de contactpunten met de grond, de mooie rechte houding en opmerken dat het lichaam ademt en het ritme, de snelheid, de diepte opmerken. Als je langer oefent kan je ook een derde stapje zorgvuldiger inschakelen, namelijk kijken. Daarbij kan je observeren wat er speelt in gedachten, emoties en fysieke sensaties.

De volgende en de laatste stap van het rijtje is: stoppen, landen kijken en … weer doorgaan. Waarschijnlijk met een wakkere geest, meer openheid en mildheid.

Uit de wetenschappelijke literatuur blijkt vooral dat korte oefeningen (tot om en bij het kwartier à twintig minuten) een waardevolle ondersteuning zijn ter stressreductie. De langere oefeningen (twintig tot zestig minuten) leveren meer inzicht in de eigen mentale processen en conditioneringen, waardoor je als het ware iets meer de oorzaak van bijvoorbeeld stress onderzoekt.